Welkom
Studie-informatie
Toelatingsprocedure
Studieverloop
Disciplines

Internet voor neerlandici:
NedWeb

Terug naar 
FF UK homepage

 
 

Verloop en geleding van de studie

Dit onderdeel concretiseert en specificeert de algemene bepalingen van het Studie- en Examenreglement van de FF UK en de Bijbehorende Voorschriften. Van deze voorschriften zou elke student in zijn eigen belang uitgebreid kennis moeten nemen. We raden geinteresseerden eveneens aan om de Collegelijst in te zien, die de FF UK elk jaar uitgeeft.

 1. De studie Nederlands aan de FF UK is in principe een gecombineerde studie van twee hoofdvakken en start eens in de twee jaar. Slechts in uitzonderlijke en met redenen onderbouwde gevallen kan een geïnteresseerde voor een studie met één hoofdvak met aanvulling worden aangenomen. De combinatie voor een studie met twee hoofdvakken kan de geinteresseerde niet willekeurig kiezen, maar wordt door het decanaat van de FF UK bepaald. In beginsel is het rooster voor de zogenaamde magisterstudie voor vijf jaar bepaald en wordt afgesloten met een doctoraalscriptie en een afsluitend examen. De afgestudeerde ontvangt de titel magister. De driejarige baccalaureaatsstudie wordt voorlopig niet gestart.

 2.  De studie bestaat uit twee cycli. Gedurende de eerste cyclus worden de disciplines bestudeerd, die noodzakelijk zijn voor een filologische basis, en gedurende de tweede wordt ruimte gegeven voor specialisatie en wordt nadruk gelegd op zelfstandig werk.

 3.  De studie Nederlands beslaat deze fundamentele gebieden:

    a)  taalonderwijs (taaloefeningen)
    b)  taalwetenschap (linguïstiek)
    c)  literatuurwetenschap (literatuurtheorie en -geschiedenis)
    d)  voor de studie Nederlands verplichte aanvullende vakken, die de student op andere afdelingen bestudeert: Latijn, Duits, Nederlands, Engels (of een andere taal), geschiedenis van de filosofie, Tsjechisch.
    De student kan op grond van belangstelling zijn studierooster uitbreiden door het volgen van hoor- en werkcolleges die door andere afdelingen aangeboden worden (bijv. algemene linguïstiek, filosofie, geschiedenis, comparatisme, e.d.).

 4. De basisvorm van onderwijs zijn hoorcolleges, werkcolleges en oefeningen, aanvullende vormen zijn: individuele of groepsconsulten bij de docenten.  Het onderwijs vanaf het derde semester wordt in het Nederlands gegeven, mits de docent anders beslist; de inleidingen in de taal- en literatuurstudie (eerste semester) worden als regel in het Tsjechisch gegeven. Bezoek aan de colleges is niet verplicht. Zie voor de omvang van de verplichte oefeningen, werkcolleges en zelfstandige schriftelijke werkstukken afdeling II. De hoor- en werkcolleges die voor de gegeven discipline uitgegeven zijn, hoeven niet de gehele omvang van de discipline te dekken en doen dat meestal ook niet, maar behandelen slechts geselecteerde periodes of thematische of problematische gebieden. Er wordt zelfstudie verondersteld van de aangeraden vakliteratuur om het vereiste minimum van de desbetreffende discipline te kunnen halen.

De concrete inhoud van de hoor- en werkcolleges wordt voor ieder semester bekend gemaakt; de student kiest uit het actuele aanbod op grond van de eigen interesse en de beschikbare tijd zodanig, dat hij zo doelmatig mogelijk de uitgekozen hoor- en werkcolleges kan bezoeken en op tijd kan voldoen aan de studieverplichtingen volgens afdeling II.  Het voldoen aan de studieverplichtingen van de tweede cyclus is in principe onderhevig aan het slagen voor het bevorderingstentamen.

 5. Controlevormen van de studie zijn: tentamen (ZK), testimonium (Z), colloquium (KV), schriftelijk werkstuk (PP), bevorderingstentamen (PZK), doctoraalscriptie en afsluitend staatsexamen (SZZK). De definitie van deze controlemiddelen en de puntenwaardering staan vermeld in het Studie- en Examenreglement van de FF UK, in het bijzonder § 12-24, en het Begeleidend Voorschrift  bij het Studie- en Examenreglement van de FF UK, in het bijzonder art. 2-6. Als toelichting bij de vermelde voorschriften kan gezegd worden:

 PP: Zelfstandig schriftelijk werk, als regel (niet noodzakelijkerwijs) voortvloeiend uit een werkcollege, kan aansluiten op een mondeling referaat, onderscheidt zich er echter van door vorm en omvang en is het gevolg van zelfstandige voorbereiding door de student.

 a) In de eerste cyclus werkt elke student één literair thema en één taalkundig thema uit. Beide werkstukken worden afgegeven en geclassificeerd worden voor het bevorderingstentamen en zijn onderdeel van het literatuur- en morfologietentamen.
Omvang: 5-10 bladzijden.
Aangeraden onderdelen van het werkstuk:

    1. Titelblad
    2. Inleiding met doelstelling van het werkstuk
    3. Inhoud van het werkstuk
    4. Waardering van de bevindingen tot op dat moment over het vak op basis van secundaire literatuur.
    5. Beschrijving van het verwerkte materiaal (tekst)
    6. Waardering van het eigen materiaal, eigen verwerking van het thema
    7. Resumé
    9. Literatuurlijst
Het werkstuk wordt in het Tsjechisch geschreven, enkele passages in het Nederlands (volgens aanwijzingen van de docent). Gewaardeerd wordt: de volledigheid van het werk (zie de onderdelen ervan), het talige en formuleringsniveau, het vermogen om secundaire literatuur te verwerken, een bibliografie van onderwerpen te verzamelen, de gedeeltelijk zelfstandige inbreng.

 b) In de tweede cyclus levert elke student twee schriftelijke werken in van een grotere omvang; één literatuurwetenschappelijk thema, een taalwetenschappelijk werk. De student kiest het thema zelf, evt. na overleg me de docent; het meest geschikt is een themakeuze op grond van gespecialiseerde werkcolleges.
Aanbevolen onderdelen van het schriftelijk werk:

    1. Titel van het schriftelijk werk, de auteursnaam, verwerkingsdatum
    2. Bondig abstract
    3. Inhoud
    4. Doelstelling, materiaalbeschrijving (tekst)
    5. Waardering van de bevindingen uit de secundaire literatuur
    6. Verwerking van het eigen materiaal en een eigen waardering
    7. Literatuurlijst
Omvang: 10 - 20 bladzijden
Het werk wordt in het Nederlands geschreven
Gewaardeerd worden:  Afgerondheid van het werk, het talige en formuleringsniveau (zou publicatieniveau moeten behalen), het vermogen om zelfstandig secundaire literatuur te waarderen en tot eigen inzichten te komen, de verzameling van een zo mogelijk geheel bibliografisch geheel.
Het werk kan een voorloper op of een deel van de toekomstige afstudeerscriptie worden.

PZK:  Een totaal tentamen, wordt als regel na het vijfde semester afgelegd, niet later dan voor het einde van het zevende semester; onderdeel ervan is een schriftelijk en mondeling morfologie- en syntaxistentamen en een literatuurtentamen. De nadruk ligt op de kennis van land- en volkenkunde (in het schriftelijk gedeelte). Het kwalitatief hoger niveau van de tentaminering dan bij de deeltentamens vereist niet alleen het vermogen om een grotere factografisch kennis te reproduceren, maar tevens het vermogen om kritisch zelfstandige vakliteratuur te verwerken.

Afstudeerscriptie: De uitwerking kan (volgens het opgegeven thema en na goedkeuring van de begeleider) in het Tsjechisch of het Nederlands geschieden; verplicht is een 7 - 10 bladzijden tellend resumé in de andere taal.

SZZK: Behalve factografische kennis wordt ook het vermogen van de kandidaat getoetst om bondig en overzichtelijk een grotere hoeveelheid kennis samen te vatten en een probleem probleemloos te analyseren. Onderdeel van het SZZK is een schriftelijk werkstuk (ca vier uur), waarin de kandidaat de beheersing van een probleem- of factografisch linguïstisch of literair thema bewijst, dat hij onafhankelijk van het thema van de afstudeerscriptie of een andere specialisatie kiest. Het thema (in de regel drie linguïstische en drie literaire) krijgt de kandidaat onmiddellijk voor aanvang van het werkstuk te weten. Het is bij het werk niet toegestaan om andere hulpmiddelen dan woordenboeken te gebruiken.